13 januari 2014:
Wat er gebeurde nadat mijn vader op 10 mei 1940 als vermist werd opgegeven.

Bij het surfen stuitte ik ergens in 2013 op de site wikidelft.nl waar een lijst in stond met in 1939/1940 overleden Delftenaren.
Tot mijn verbazing vond ik daar de gegevens van mijn vader.
"Elzenaar, Abraham Johannes, *, Delft, Geerweg 130, 17-01-1918, zn. van Elzenaar, Jacob en Zwarts, Everdina, regt. kustart., vermist v.a. ca. 10-05-1940".
Mijn eerste reactie was een wijziging indienen. Want als dit waarheid was, dan zou ik nooit zijn geboren!
"Elzenaar, Abraham Johannes, *, Delft, Geerweg 130, 17-01-1918, zn. van Elzenaar, Jacob en Zwarts, Everdina, regt. kustart., vermist v.a. ca. 10-05-1940. Later bleek dat hij met een schip met krijgsgevangenen naar Engeland was gestuurd. In 1944/1945 kwam hij met de Prinses Irene brigade terug."

Een nieuw onderzoek was geboren, want hoewel mijn vader nooit trots was op deze tijd en er in ieder geval bijna nooit over vertelde, vond ik dat het nu moest worden opgehelderd. Regiment kustartillerie, na enig zoeken vond ik op de site: Prinsesirenebrigade.nl Het verhaal over de Tesselstroom: Dit schip werd op 14 mei gevorderd om 1000 Duitse krijgsgevangenen naar Engeland te brengen. Het bewakend personeel bestond uit 17 dienstplichtige militairen, waaronder mijn vader. Op zee werd het schip eerst aangevallen door een vliegtuig, bij deze aanval viel een dode en raakten enkele bewakers gewond. Daarna volgde een aanval van een duikboot. De kapitein ging over op zigzag koers, op deze manier voer het schip, naar later bleek door twee mijnenvelden. Op 15 mei kwam De Tesselstroom in Dover aan, maar ze mochten niet meteen van boord, er moest eerst worden uitgezocht wie ze waren. Uiteindelijk werden ze aan land gebracht, geinterneerd en permanent bewaakt. Uiteindelijk bracht het bezoek van een Engelse dame van Nederlandse oorsprong uitkomst. Eindelijk konden ze hun verhaal vertellen, want geen van de mannen sprak een woord Engels.


Foto: "A.J.Elzenaar In Tring bij Londen voorjaar 1944"
En dus bleef mijn vader dienstplichtig militair in tegenstelling van zijn collega's in Nederland die op 26 mei 1940 Groot verlof kregen. Hij werd net als alle in Engeland aangekomen dienstplichtigen ondergebracht bij de Koninklijke Nederlandse Brigade 'Prinses Irene'

De Prinses Irene Brigade (oorspronkelijk: Koninklijke Nederlandse Brigade 'Prinses Irene') was een brigade die voortkwam uit Nederlandse militairen die na mei 1940 uit bezet Nederland wisten te ontkomen naar Engeland. Op 11 januari 1941, werd te Congleton in Cheshire de Koninklijke Nederlandse Brigade opgericht. Enkele maanden later werd de brigade gestationeerd in Wolverhampton. De sterkte van de brigade bestond op dat moment uit zo’n 1200 à 3500 man. Begin augustus 1944, dus geruime tijd na D-day, werd de brigade, onder commando van De Ruyter van Steveninck ingescheept met bestemming Frankrijk. Niet lang vóór de overtocht werd de brigade nog versterkt met 102 officieren, onderofficieren en mariniers van het Korps Mariniers. In Frankrijk, en later ook in België, werd de strijd aangebonden met de Duitse troepen. Ook nam de brigade op 17 september 1944 deel aan de Operatie Market Garden (een gecombineerde luchtlandings-grondoperatie in de richting van Arnhem), en vocht zij in Zeeland en in Hedel. De Prinses Irene Brigade was onder meer betrokken bij de bevrijding van Tilburg (25 oktober) en Den Haag (8 mei). Op 5 mei is het zover: de Brigade vertrekt naar Wageningen. Vanuit Wageningen gaat het enkele dagen later naar 's Gravenhage. De stad wordt op 8 mei bereikt en als eerste geallieerde eenheid trekt de brigade de stad binnen. Het einde van de oorlog betekent ook het einde voor de brigade. Eind december 1945 is de Koninklijke Nederlandse Brigade 'Prinses Irene' officieel opgeheven. Het vaandel, onderscheiden met de Militaire Willemsorde der 4de klasse, wordt ingeleverd. www.fuseliers.nl
Aan die bevrijding van Den Haag heb ik mijn bestaan te danken, want daar ontmoette mijn vader mijn moeder.